Zaadjes planten en humor behouden


Na een reis van anderhalve dag kwam ik dan eindelijk aan in Cochabamba. In de taxi passeren Rolando, de vader van het gezin waar ik ging verblijven, en ik al wat bekende plekken waar ik eerder mijn masteronderzoek deed. ‘Oh ja, zó ruikt het hier!

Oh ja, dáár is dat plein, Oh ja, dát zijn mensen uit die en die groep!’, denk ik de hele rit naar het huis. We gaan van de geasfalteerde weg af, hobbelen nog een minuut of 10 verder en zien dan dat de kinderen in de tuin al op ons staan wachten. Ze begroeten me vol enthousiasme en tonen me de nieuwste aanwinst van de familie: Sarita (kleine Sara). Ik kom binnen en moet gelijk aan tafel. Eindelijk weer Boliviaans eten! “Dat je maar snel wat dikker mag worden”, “Delgita eres”, roept Rolando. De grapjes vliegen net als de vorige keer direct om mijn oren en ondanks dat ik (nog) maar de helft begrijp is het erg gezellig en voel ik me helemaal welkom. Ik krijg mijn kamer te zien en wanneer ik later informeer naar waar die eerder voor werd gebruikt blijkt het de masterbedroom… Ik voel me beschaamd deze te hebben ingenomen en geef dit aan. Rolando spreekt me ferm toe. Dat ik de gast ben en me welkom moet voelen en dat zij het geen probleem vinden (om met z’n zessen) in de andere kamer (van 9m2) te slapen…., slik.

Even naar het centrum dan, even proeven, ruiken en kijken. Er is weinig veranderd en ondanks dat het fijn voelt hier te zijn, de bekende pleinen te zien, de mensen te horen en het eten te ruiken, voel ik me behoorlijk ontheemd en in een bizarre situatie beland! Een stichting oprichten?? Theaterlessen geven?? Leerlingen zoeken?? Jez..! Wie heeft dit bedacht?! Oké. Ik hergrijp me en denk aan het voornemen me dit keer niet onbewust te laten opslurpen door de cultuurshock, het rustig aan te doen en mijn gedachten vooral niet te serieus te nemen. Dit helpt. Even een papaja sapje (jum!) drinken op een bankje op het Plaza Principal waarna er binnen een minuut al een Boliviaanse naast me zit die me vraagt waar ik vandaan kom en wat ik hier kom doen. Oh ja! Zó gaat dat hier. Ik voel me gelijk weer thuis.

De drie weken hierna vliegt mijn Spaans, met ieder monopoly spelletje dat ik speel met de kinderen, vooruit. Uiteraard zijn de straten in het Boliviaanse spel Noord-Amerikaanse zoals: Indiana, Broadway en Wallstreet. Typisch.. De cultuurshock valt me erg mee. Ik ken en herken de hele dag dingen en voel me niet constant raar en als op mars, zoals bij eerdere bezoeken aan Latijns-Amerika. Verder vind ik binnen no time een ontzettend leuk huisje op een goeie locatie en heb ik zelfs al een eerste soort van sollicitatiegesprek met iemand uit de theater wereld! De eerste twee weken plant ik behoorlijk wat zaadjes met de gedachte ‘het zal wel even gaan duren voordat de bloemen (of vruchten?) hiervan uitkomen’. Deze schieten echter als onkruid uit de grond en ik denk dat, mocht er niks geks gebeuren, ik me sneller dan gedacht écht nuttig zal kunnen gaan maken hier! Welke bloemen en vruchten bewaar ik nog even voor de volgende blog. Je moet de spanning er toch een beetje in houden nietwaar? 🙂

De eerste dag van het nieuwe jaar moet ik dan toch aan geloven, ik ga weg bij de familie. Het verhuizen had ik telkens wat uitgesteld want, ondanks de gevaarlijke insecten die vlak langs je billen rennen als je boven het toilet hangt, de verlatenheid waardoor je ’s avonds niet meer de deur uit kan kan en de varkens die aan de overkant van de straat geslacht worden (heb je ooit zoiets gehoord?!) voel ik me enorm geliefd en thuis bij de familie van Rolando! Bij het afscheid nemen wordt me duidelijk waarom ik dit had uitgesteld. Wéér afscheid moeten nemen. Wéér het veilige en geliefde achter laten. Gatver! Wat een verdrietig iets! Ik besef me dat het gemis van Nederland en de mensen waar ik van houd later nog zal aankomen en kijk er op dit moment nog niet té scherp naar..

Ten slotte dan nog wat geneugten voor het antropologenoog en oor. Vorig weekend op een feestje een gesprek aangehoord over een vrouw die haar tweeling verloor en openlijk vertelde over het aanschaffen van een puppy om zich van haar melk te kunnen ontdoen (“Een kolf apparaat? Nooit van gehoord.”) Baby’s op ditzelfde feestje werden uitgewisseld om te kijken of ze, “mijn melk ook lekker vinden”. Tja, waarom moeilijk doen als het makkelijk kan, toch? Een paar dagen hierna werden de familie en ik aangehouden door de politie voor een kapotte voorlamp die na heel wat onderhandelen wel érug duur bleek te zijn…. Overigens, de goedkeuring bij de APK kóóp je hier, evenals je rijbewijs.. Kerstmannen zijn hier niet oud en dansen uiteraard salsa, kerstvrouwen staan hier in push-up bh’s artikelen in winkels aan te prijzen en tweede kerstdag bestaat hier niet (thank god!). Ten slotte nog een gebed voor het eten gedaan bij een evangelische familie en zoveel mogelijk geprobeerd bij mezelf te blijven.  “Lieve heer, bedankt voor deze fijne familie die zoveel knuffelt met elkaar. Dat ze nog maar lang zoveel goeie grappen aan elkaar blijven vertellen en in het weekend lekkere jugos voor mij mogen maken”. Ja, het was een gok maar ik ben nog steeds welkom en wordt eindelijk eens begrepen als ik een grapje maak in het Spaans!

Ik ga heel even liggen op het bed en val vervolgens in een coma waaruit ik 14 uur later ontwaak.