Een team! Een heks! Een hofnar!

Ik lig al een uur te draaien in bed, ik heb namelijk een gigantisch besluit kunnen nemen voor onze geliefde Casa…

Ik had de salaris gesprekken met de docenten en ging er al vanuit dat ze het geen van beide zouden willen omdat we qua wensen te ver uit elkaar lagen. De gesprekken had ik stevig voorbereid. Ik moet zeggen, ik was best trots op de zakelijke ontwikkeling in mezelf en ging ze dus relatief rustig in. De eerste docent hoorde me aan, onderbrak me niet tijdens de uitleg van salarisopbouw en gaf toen ik eindelijk klaar aan dat hij onze financiële situatie begreep. “Van een kale kip kan je niet plukken” (nee, inderdaad, dit is níet letterlijk vertaald). Hij zei heel rustig dat hij onze organisatie en plannen enorm interessant vond en toen –voor mij totaal onverwacht- dat hij hieraan graag wilde meewerken. Huh? Oké! Wow! “Welkom bij de Casa Karito!” Ik was redelijk ondersteboven maar moest al snel mijn heen-en-weer-rennen energie beteugelen om weer zakelijk het volgende gesprek in te kunnen gaan. Deze docent waarover ik de vorige blog vertelde was voor mij –qua samenwerken- al afgeschreven. Té grote verschillen, onoverkomelijk, zo leek het. Ik begon –via een andere ingang- het gesprek en probeerde hem voor onze zaak te winnen. Alle voors en tegens kwamen ter tafel en hij hoorde ze met een zorgelijk gezicht aan. Vervolgens vroeg ik hem, er rustig over na te denken en het me na het weekend te laten weten. Ik zei hem dat ik begreep als hij het niet zag zitten en dat we even goede vrienden zouden zijn. Hij vroeg echter door, wilde meer weten en meer bespreken. Hoe zou het in de toekomst gaan, wanneer zou ik meer uren hebben en hoe zag ik dit, en hoe zag ik dat voor me? En toen, al even onverwachts als bij het eerste gesprek, zei hij dat hij het wilde doen. Okeee! Te gek nieuws! Ik heb de hele dag gestuiterd en de dag erna begon het rennen en vliegen weer. Vergaderingen met Nederland, begrotingen aanpassen, plannen van aanpak aansturen, bespreken en aanpassen. Gesprekken voeren op scholen om te kunnen gaan starten. Brainstormen over presentaties om leerlingen te werven, deze voorbereiden, oefenen en inplannen. Materialen kopen, roosters bespreken, contracten bekijken om deze ook te kunnen aanbieden en ondertussen uiteraard nog als een gek bezig met de hél die hier visumaanvraag heet. Hierover de volgende keer meer..

Gisteren was het dan na een week vol gekte eindelijk zover. We gingen de eerste presentatie geven op een grote school in de buurt van onze locatie. ’S morgens gingen de mannen met een lijst de markt op om materialen, kleding en attributen te kopen (onze eerste eigen theaterinboedel, tof!). Ik bleef thuis om de inschrijflijsten klaar te maken en de laatste voorbereidingen te treffen. We troffen elkaar op het busstation om samen naar de locatie te rijden en nog wat dingen door te spreken en te oefenen. Thank god was de buschauffeur een enorme kletskous en kwam er van het bespreken niet veel waardoor ik mijn zenuwen nog gemakkelijk kon onderdrukken (de laatste keer dat ik op een podium stond was ruim 10 jaar geleden). De mannen hadden blijkbaar bevestigend gereageerd toen de chauffeur bij instappen had gevraagd of ik una madre (een non) was en dus werd ik de hele weg geprezen en ervan overtuigd dat de man goede dingen deed en een goede visie op het leven had. Ondertussen deed hij hard zijn best om de blokkades die er uiteraard op deze dag weer eens waren, te ontwijken. Halverwege brak er nog even paniek uit op de achterbank terwijl 2 van de 3 mannen wat tucumanas (gevulde pasteitjes) naar binnen werkten en de 3e bleek bijna te moeten overgeven bij de lucht van knoflook. Terwijl de andere twee helemaal dubbel lagen (en ik ook overigens) liet ik de chauffeur heel snel stoppen zodat we van plekken konden wisselen. Ik kon achterin niet meer ophouden met lachen elke keer als ik het beeld van de collega met traanogen voor me zag en de chaffeur begon bij iedere lachbui weer vol lof dat ik toch zo’n een blije madre was, waarop de rest weer dubbel lag. Ja, het was een hysterische, gezonde en passende voorbereiding op een heftige middag!

We kwamen aan en na een kort overleg met de directrice konden we beginnen met schminken en in het lichaam van onze rollen kruipen. Hoe gilt mijn heks ‘Muylejanas‘ (‘heelverweggig’)?, hoe kijkt ze?, hoe beweegt ze? We mochten de presentatie op het plein voor de school uitvoeren. De tijd vloog voorbij en toen de leerlingen begonnen binnen (of buiten) te druppelen om het volkslied te zingen en ik –vanuit het lokaal waar we verstopt zaten- naar buiten keek konden de zenuwen écht niet meer onderdrukt worden. Drie a vierhonderd jongeren stonden er buiten! O.M.G! Waar bén ik aan begonnen?! De mannen waren ook even niet meer aanspreekbaar. En ik herinnerde me, zó zijn die laatste vijf minuten voordat het optreden begint, bluuugh! Raymundo, onze hysterische presentator, begon keihard op de deur te bonzen en te slaan. Buiten werd het muisstil. Hij rende het lokaal uit en je voelde de energie veranderen. Een geniale, sprookje meets showmaster aankondiging van onze personages volgde, en ik mocht als laatste het lokaal, krijsend en met een rokende, metalen kookpot onder mijn arm verlaten. De seconde dat ik het lokaal uit liep was alle gêne weg en krijste en grinnikte er op los, ZA-LIG! Ik herinnerde me weer waarom ik theater ook al weer zo leuk vond. Je bent jezelf niet en kan helemaal los in een personage. na de aankondigingen zochten we ieder twee jongeren uit het publiek (aaah, ik heb nog medelijden met ze..) die met ons mee gingen werken aan een opdracht. Deze opdracht was het imiteren van een personage of dier dat we uit de hoed van de presentator trokken. Wie de opdracht het beste uitvoerde won een prijs. Ik trok ‘de hoer’ en vond in een oude vriend die les geeft op de school en zich rot schrok toen ie mij herkende (in alle drukte was ik vergeten hem in te lichten over onze komst) een ideaal slachtoffer om mee te spelen, gna, gna. De leerlingen die hun docent gegeneerd en verlegen heen en weer zagen wiebelen, genoten met volle teugen. De directrice werd hierna ook nog even te kijk gezegd door een van mijn collega’s, reden voor weer veel gelach en gejoel! Wat een zalig beeld ook, die kinderen zo braaf recht op een rij voor het volkslied, helemaal in net schooluniform en dan ineens uit het niets dolle pret maken met een heks, een hofnar en een oud opaatje. Bij sommige personages die we uitbeelden stoven we door de rijen heen en sprongen de leerlingen gillend opzij waarbij de netjes gevormde rijen uiteen vielen. Chaos! We namen afscheid en lieten een energieke menigte achter ons.

Na de presentatie ging ik met de bevriende leraar de lokalen af om de leerlingen zich te laten inschrijven. In het eerste lokaal dat we binnenkwamen was het even spannend, “es la bruja, la bruja” (dat is de heks) werd er om me heen gefluisterd. Na de officiële staande begroeting, “goedemiddag mevrouw” in koor, legde ik uit waarom we de presentatie hadden gegeven en hoe ze zich konden inschrijven. Stilte. “Wie wil zich inschrijven?”, vroeg ik. Stilte. “Nííííííemand???”, gilde ik als de heks, en ja hoor, ineens schoten er overal allemaal vingertjes in de lucht. YES! Ik heb door de chaos die ik veroorzaakte in de eerste klassen, -sorry juffen en meesters- bij de andere klassen de lijsten achtergelaten om morgen op te halen, dus weet dan pas hoeveel inschrijvingen er zijn. Zojuist werd ik gebeld door iemand van het medisch centrum, dat onder onze locatie zit, “Laurie, er staat hier een jongetje dat zich wil inschrijven voor de lessen”, Yes, enthousiasme en initiatief! Morgen dus aan het roosteren slaan en dan woensdag écht gaan beginnen!!!