Vier januari, ik zit aan de overkant van het immigratiekantoor op een bankje te wachten tot de deuren opengaan. Half 2 had de bewaker van het pand me gezegd, inmiddels is het 2 uur.
Ik houd de blonde man in de rij –met zijn hoofd steekt hij duidelijk boven de druk heen en weer rennende Bolivianen uit- scherp in de gaten. Hij staat in de rij waar ik ook in moet gaan staan. Als hij begint te bewegen sta ik op en loop langs de mannen, met automatische geweren in hun handen, het gebouw binnen. Voor me is de rij acht man lang maar gelukkig stelt de jongen achter me al snel voor dat ik wel kan gaan zitten, dat hij mijn plek wel bezet zal houden. Een kwartier later… nog geen beweging. Een half uur later… Inmiddels is het half 4 en er is nog steeds geen beweging. “Waarom niet?”, begin ik me af te vragen. Naast me vang ik iets op over een persoon die stempels uitdeelt, en die er niet is. Of zei ze nou juist dat het de stempels zijn die ze missen? Ik ben hier om zo’n stempel te krijgen waarmee ik nog 60 dagen legaal mag blijven, voordat ik het lange proces in ga voor een 1-jarig visum. Een Braziliaanse die probeert voor te dringen, wijs ik op de lange rij. Met zweet op haar voorhoofd snauwt ze tegen me dat ze hier vanmorgen al was, en nog wat dingen die te snel gaan maar waaruit ik wel opmaak dat ik beter lief kan lachen en mijn mond kan houden. Een militair type begint namen op te noemen en een Nederlander naast me is zo slim om hem te vragen of de andere mensen nog geholpen gaan worden vandaag. “Eh, nee, vandaag niet meer”. Zucht. Weer een dag voor niks gewacht… Twee dagen later loop ik gewapend met wat –licht manipulatieve- tips van iemand uit de visum-wereld, het gebouw binnen en mag ik gelijk door naar het kantoor waar ik moet zijn. Ik loop binnen en zie drie types zitten die nu dus even de macht in handen houden. Ik voel me alsof ik in een groep onvoorspelbare honden, die niet weten of ze me toestaan op hun territorium, me in mijn been willen bijten of hun koekjes toch met me willen delen, terecht ben gekomen. Ik probeer helder en kalm mijn verhaal uit te leggen en niet te wanhopig maar ook zeker weer niet té relaxt uit mijn ogen te kijken. Ze overleggen wat, klagen wat, zuchten wat, en dán….. zet de man voor me de stempel in mijn paspoort! Ik kan mijn geluk niet op en probeer niet te gretig te glimlachen maar ook weer niet té serieus te kijken. Pfoeeeee, strike one!
Met stempel in mijn paspoort (die thuis onder de kast in een bol spinrag verstopt ligt) loop ik door mijn buurtje, op zoek naar wat fruit. De buurt waar ik woon is fantastisch. Aan de ene kant rijen met internet- en kopieerwinkeltjes, waar de studenten van de nabijgelegen universiteit hun ding doen.
Aan de andere kant cholitas die op de stoep óp hun berg maískolven zitten, met naast zich de enorme berg schillen van dezelfde kolven die ze aan het pellen zijn. Ik ben vandaag op zoek naar 1 seconde lijm om het rubber van mijn krukken, die het zwaar hebben op de lokale krakkemikkige stoepen, te lijmen. Na een aantal routebeschrijvingen kom ik in de ruige auto buurt, zoals ik ‘m bij gebrek aan beter maar even noem. Ik kijk naast me en zie een groep jongens ‘hangen’. Op de grond ligt één van hen met een smoezelig, vies gezicht. Hij heeft die blik in zijn ogen, die je gelijk herkent.. ook al heb je nog nooit lijm gesnoven: helemaal high. Dit is een jongen uit onze doelgroep, besef ik me. Ik moet denken aan wat één van de theaterdocenten me van de week zei: “het beste om contact te maken Laurie, is je angsten loslaten. Laat deze zien. Dán heb je hun aandacht, dán nemen ze je serieus en gaan ze zich pas echt inzetten!” Raymundo, de theaterdocent is nu een aantal keer langsgekomen om te brainstormen. Als ie weggaat ben ik altijd in een vreemde toestand, helemaal opgeladen en tegelijkertijd totaal gesloopt. Naast de bakken met inspiratie die hij me voor het project geeft, praat ie zó snel dat ik hem soms moet vragen of ie “van de 5e eventjes naar de 2e versnelling zou willen gaan?”. Dan lacht ie, praat een minuut rustig en versnelt weer naar zijn normale tempo. Deze jongen lag er op zijn 8e (!) net zo bij als de jongen die ik vanmorgen zag liggen. Hij was altijd van huis weg, ging niet naar school en had de foute vrienden. Een straatwerker die theater maakte met jongeren in zijn buurt heeft hem ‘gered’. Hij was bezig met het theater en wíst, “dit is wat ik wil! Theater! Hiermee mensen inspireren en helpen” Hij ging naar de theaterschool in Santa Cruz en, is sinds een aantal weken terug om hier zijn afstudeerproject uit te voeren. Hij introduceerde me aan twee van zijn klasgenoten die ik, na een paar gesprekken, heb gevraagd een proefworkshop uit te gaan voeren met mensen uit mijn netwerk. Om te kijken hoe ze werken, of het klikt, of we op dezelfde lijn liggen, hoe ze omgaan met de doelstelling van onze stichting, enzovoorts. Over deze docenten gaat de volgende blog.. Geef me een paar dagen om deze af te schrijven.. Er gebeurt zóveel.. en het is zó heerlijk om dit alles aan jullie te vertellen… dan voelen jullie even heel dichtbij!