Blokkades, zzp-en en natuurlijk theater workshops!

Regen, regen en nog eens regen, er lijkt geen einde aan te komen. Best cru voor de Cochababiños want er is een groot water tekort in de stad. In de afgelopen jaren was er al behoorlijk wat politieke onrust onder andere als gevolg van dit tekort…

In 2000 resulteerde dit in de zogenaamde ‘wateroorlog’ tegen de privatisering van het water dat de prijs als een gek liet stijgen. Water stroomt hier met gigantische hoeveelheden de heuvels af, laat de stad overstromen en verdwijnt in de putjes en de grond. Tegelijkertijd moeten mensen bovenin de heuvels behoorlijke bedragen neerleggen voor drinkwater en stroomt er vaker niets dan iets uit de kraan. Op dit moment weten ze niet hoe ze hun huizen droog moeten houden en over een maand of twee zijn er weer grote tekorten die gegarandeerd voor hevige protesten en blokkades gaan zorgen. Deze blokkades zijn de afgelopen weken ook weer aan de orde van de dag. Dit keer niet om water maar om marktkraampjes die door de regering worden ingenomen (láng verhaal).
Ik kom van de week vanuit het zuiden de stad binnen rijden en ineens staat alles vast. Complete stress onder de taxi -en buschauffeurs, ze snauwen iedereen hun vervoersmiddel uit en proberen vervolgens al toeterend en verongelijkt om te keren midden in een niet bewegende file… Dan maar lopen dus. Vervolgens kom ik aan het einde van de file en wat zie ik? Een stuk of 6 cholitas die op stoeltjes midden op de weg zitten, náda más! Sorry, ik kan mijn lach niet inhouden en gedraag me als een schaamteloze toerist door een paar foto’s te schieten (zie ook facebook). Even verderop besef ik me, wanneer ik zie dat bijna alle kraampjes op de Cancha (grootste markt Zuid Amerika) dicht zijn, dit toch echt niet niks is. En behoorlijke klap voor de –formele en informele- economie. We duiken toch de markt op, in de hoop iets te eten te vinden. Hier en daar zijn toch nog wat dappere (of erg hongerige) verkopers die hun kraampje open hebben gezet. Ik ben met een van die vrouwen aan het onderhandelen over en tros bananen als er een wagen voorbij rijdt. Uit de luidsprekers klinkt hard en ferm een oproep voor de marktmensen. ‘Ga nu mee protesteren, blokkeren en gooi jullie kramen dicht anders krijgen jullie een dikke boete.’ De mensen behoren toe aan een coöperatief en móeten meedoen anders komen ze in de problemen, gedwongen solidariteit… Ik moet denken aan Arij Ouweneel (docent Latijns-Amerika studies) die tijdens een college vertelde dat deze mensen zichzelf in de vingers snijden door bij het minste geringste blokkades neer te zetten (soms menselijke, soms van takken of stenen) of nog erger, hun presidenten af te zetten. Lange termijn beleid en lange termijn oplossingen zijn hierdoor in dit land erg moeilijk door te voeren. En die zijn soms toch écht het beste, toch écht nodig.. Moeilijk! Maar nu, genoeg politiek!

Terug naar waarom ik hier ben: theater, pubers, armoede! Vorige week vonden de proefworkshops plaats. Eenmalige theaterlessen aan jongeren van 8 tot 16. Het doel? De leraren leren kennen. Zien wat ze kunnen. Zien hoe ze werken. Liggen we op dezelfde lijn? Kan ik me daarin vinden? Hoe gaat de samenwerking? “Kies maar een of twee doelen uit ons plan van aanpak”, zei ik ze. “Kies een methode die erbij past, die je ligt. Laat me maar zien wat je kan!” De eerste workshop was zalig om mee te maken. De jongeren moest ik als Boliviaanse in de maak nabellen, “komen jullie nog?” “Oh, begint het nu al?” (een half uur na afgesproken tijd). Nadat ze er eindelijk allemaal waren begon Omar, de leraar van die dag, de les zonder veel woorden, want hij had al gezien dat ze eerst letterlijk en figuurlijk opgewarmd moesten worden. De sfeer is redelijk gespannen. Ik zie ze denken: ‘wat gaan we doen?’, ‘waarom heb ik mijn schoenen uit moeten doen, eng!’, ‘wat ziet die man er gek uit en wie is die blonde die daar naar me staat te lachen?’. Omar begint: “de vloer waarop we nu staan is 60 graden, als ik in mijn handen klap ga je dat voelen en moet je dus bewegen en rennen om te zorgen dat je je niet brandt”. Klap. “Zeventig graden!” Klap. “Tachtig graden, corre, corre, corre!” (ren, ren, ren). Klap “90!”, klap “100 graden”! Als een gek gaan ze door de ruimte en er wordt al snel gegild, gelachen en flink gehijgd. Tegen de tijd dat de oefening voorbij is is iedereen compleet omgewarmd en helemaal in de goeie vibe. De foto’s die ik op facebook heb gezet spreken denk ik boekdelen maar los van de creativiteit, energie en blijdschap die er los kwam, werden er ook al doelen behaald. Bijvoorbeeld ‘plezier maken’, een volgens ons erg belangrijk doel bij de jongeren, die vaak al zoveel moeten en een zwaar leven hebben met weinig ruimte voor ontspanning, ontwikkeling en zichzelf.

Van te voren had ik al wel gevoeld dat de docent Omar waarover ik in de vorige blog vertelde een hele goede aanwinst zou zijn. Maar dat hij in zijn eerste workshop met wildvreemden al tot werkelijke doelen zou komen had ik niet durven dromen. Hij had gekozen voor de subdoelen ‘zelfvertrouwen opbouwen’, ‘je stem laten horen’ en ‘leren samenwerken en elkaar leren vertrouwen’. Verschillende oefeningen gebruikte hij om tot deze doelen te komen. Het vergroten van een deel van je lichaam met kranten en deze vervolgens showen, in een cirkel dieren geluiden maken en deze telkens uitvergroten, elkaar met ogen dicht in de knoop laten leggen door de docent om er vervolgens, onder begeleiding weer uit te komen door samen te werken. Oefeningen die, zoals misschien wel blijkt, onmogelijk zijn om op papier uit te leggen en, waarvan het al helemaal onmogelijk is om over te brengen hoeveel ze teweeg brachten bij de jongeren. Een jongetje die aan het begin van de workshop heel stoer deed en me nog nét een hand gaf, stond aan het einde ineens met ogen dicht in omhelzing met een helemaal niet zo stoer jonger jongetje. Een vreselijk verlegen meisje die aan het begin van de workshop achter haar zus aan diens broekspijp stond te trekken, bijna niet mee te krijgen was bij oefeningen en waarvan de angst letterlijk afdroop, stond aan het einde van deze workshop tegen een imaginaire persoon te spugen en propjes te gooien met een energie en lichaamstaal die me versteld deden staan! De tweede workshops van Karito was ook te gek, al was de manier ervan wel anders. Samenvattend, voor zover mogelijk, de workshops ontroerde me en dit was voor de stichting een enorm succesvolle start!

Twee dagen later volgde een behoorlijke domper. Ik had een contract/ salaris gesprek met de eerste docent (de andere volgt nog) en hierin bleken we echt mijlenver van elkaar af te staan… Hij verdedigde zijn wensen met zijn opleiding, talenten, ervaring en energie maar dat hoefde natuurlijk niet, dat wist ik allemaal al. Feit blijft dat we een beginnende stichting zijn met een relatief klein budget. Ik heb gewikt en gewogen en voor mezelf inmiddels helder wat wel en wat niet kan. Donderdag is ons tweede gesprek, ik houd mijn hart vast en kan niet ontkennen dat ik vrees voor ‘het ergste’. Het bestuur bleek in deze situatie weer zó waardevol, zó ondersteunend! Ik had er een brainstorm sessie over met onze financiële man Pieter, die me in mijn lichte paniek aanhoorde, kalm zijn visie gaf en wat ruimte en overzicht in mijn hoofd schepte. Toen ik een uur later mijn email opende zag ik een berichtje van een half A4tje, die je goed ‘een handleiding’ zou kunnen noemen van het bijgevoegde Excel bestand waarin salaris wensen, salaris mogelijkheden, handige rekensommen en arbeidsvoorwaarden waren meegenomen. Pieter & co, ik bof met jullie!

Het zzp-er zijn, om even in zakelijke sferen te blijven en een lekkere hippe term te gebruiken, valt me dus af en toe zwaar. Los van de eenzaamheid die ik soms toch wel voel, ondanks al die adviserende, enthousiaste mensen om me heen, is het echt heftig om de laatste schakel in de ketting te zijn. De knoop doorhakker zeg maar. Bloedserieus word ik ervan. Ik weet nog dat ik 19 was en voor het eerst een matras ging kopen. Ik liep in de winkel rond en had geen idee hoe je zo een grote beslissing zou moeten maken. “Waar is mijn moeder?”, vroeg ik me af, “oh ja, ik ben volwassen, ik moet het zélf beslissen”. Echt een keerpunt, nu ben je groot, nu moet je het zelf doen. Inmiddels is dat verandert naar: nu ben je eigen baas, nu ben je hoofd van een organisatie, nu moet en mág je het zelf doen en nog erger, nu ga je anderen vertellen wat én hoe ze het moeten doen. Oeeh. Doe ik het wel goed?, is deze keuze goed?, kan het beter? en hoe dan?, wat zou iemand met ervaring doen? ‘Goede vragen!’, hoor ik mijn bestuursleden zeggen, ze houden je scherp! Een veeleisender baas dan ikzelf heb ik nog niet meegemaakt. Een mooie levensles leer ik hier, dat moge duidelijk zijn. Goed voor jezelf blijven zorgen wanneer jezelf de dienst uit maakt. Niet gaan rennen maar blijven lopen. Niet gaan stressen maar blijven kijken en ademen, pfffff. En, wanneer de inspiratie in mijn hoofd en de energie in mijn lijf, die alle situaties me geven me teveel worden, gewoon even keihard huilen! Rust. Terug naar mezelf. En vooral niet verder rennen maar weer gaan lopen! Een kick geven die kriebels ook wel. Ik ben de baas, joehoe! Ik mag doen waarvan ík overtuigd ben (en mijn bestuur natuurlijk) en heb geen baas die dingen zegt waarvan ik denk: ‘néé, niet doen! Niet willen! Het kan anders!’.

Het Boliviaanse leven geeft me hierin echt een mooie balans. Na deze hysterische week bijvoorbeeld heb ik vrijdag op een van de pleinen hier met een groep mensen djembé gespeeld, flink herrie gemaakt en er nog applaus voor gekregen ook. Dan bestaat er even niets meer dan het geluid, het samenzijn en het geluksgevoel! Zaterdag had ik een housewarming georganiseerd (‘Een wat?’, ‘Hoe?’, ‘Oh een Europese traditie!’, ‘Moeten we wat meenemen?’). Er kwamen dubbel zoveel mensen als uitgenodigd want iedereen neemt op het laatst nog een vriend of vriendin mee en ook stonden er via een van de uitgenodigden ineens drie muzikanten op de stoep die me nog kenden van de vorige keer (ik hen niet, schaam, schaam). Of ik het leuk vond als ze even wat muziek kwamen spelen..? Toevallig behoorden deze mannen tot een vrij goede band hier dus het behoeft geen uitleg, dat we goed uit ons dak gingen toen de mannen begonnen te spelen en zingen. In het midden van de kamer, lees: 60 cm2 werd enthousiast gedanst. Veronica had empanadas gemaakt, ikzelf had bakken met kippenvleugeltjes en popcorn gemaakt en de meeste mensen hadden wel iets te drinken meegenomen. Mijn Boliviaanse familie kwam me om het kwartier ófwel vertellen dat een nieuwe gast nog geen vleugeltjes of drinken had gehad ófwel me een knuffel geven. Een mooie balans tussen hard werken én genieten hier in ‘el paraiso’ dat Bolivia heet!